Artikel van mevrouw E.L. Ellinger, homeopathisch dierenarts en klassiek homeopaat

Ik ben homeopathisch dierenarts. Hartstikke leuk. De dieren die ik te behandelen krijg, zijn meestal ongeneeslijk ziek verklaard door hun reguliere dierenarts of ze zitten levenslang aan de medicijnen, vaak met de nodige bijwerkingen en de daarbij behorende (hoge) kosten.

Het is prachtig om te zien hoe goed deze dieren reageren op een homeopathisch geneesmiddel. Doodzieke dieren kunnen binnen korte tijd opknappen; dieren die al jaren kreupel lopen, trekken na een dag al een eerste sprintje. Natuurlijk reageert niet elk dier zo vlot en snel op een behandeling, maar toch. Het blijft mooi om te zien als dat wel gebeurt. Wat ik ook altijd bijzonder vind, is dat het niet uitmaakt hoeveel je nu precies van een homeopathisch middel geeft.

Ik gebruik hoge potenties (dus ver doorverdund, tot boven het getal van Avogadro) en ik leg uit aan de katteneigenaar, dat hij slechts een paar druppels hoeft te geven , één maal per dag tot hij verandering ziet. Aan de paardeneigenaar vertel ik precies hetzelfde; het paard van 600 kg. krijgt evenveel als de kat van 4 kg. Wonderlijk, nietwaar? En toch werkt het even goed. Het gaat om het gekozen homeopathische geneesmiddel, om de verdunning en om de frequentie van geven. Of je nu drie druppels of een glas vol neemt maakt niet uit: een verdunning van 100 tot de honderdste blijft zo, of je nou drie druppels neemt of een glas vol. Misschien moeilijk te begrijpen. We gaan ervan uit dat het homeopathische middel informatie bevat, het maakt je wat duidelijk. En of een stoplicht nou 2 meter hoog is of 8 meter, als het rood is, moet je stoppen. En met veel informatie in een klein pakketje hebben we tegenwoordig geen moeite. Moest je vroeger 24 delen van een encyclopedie in een koffer meezeulen, nu stop je een USB-stick met dezelfde informatie in je broekzak. Het is dus niet de hoeveelheid waar het om gaat, het gaat om de informatie. En dat hebben sommige mensen nog niet begrepen.

Bij koeien of kippen laten we het middel zelfs eenvoudigweg door het drinkwater mengen, succes gegarandeerd! Zo hebben we in een aantal wetenschappelijke onderzoeken laten zien, dat een homeopathisch geneesmiddel prima werkt. Biggen bijvoorbeeld kregen na de geboorte significant minder diarree als de moeders in de dracht een homeopathisch middel hadden gekregen. Wie beweert dat homeopathie nog niet wetenschappelijk bewezen is, loopt achter de feiten aan.

Er zijn verenigingen die achter de feiten aan blijven lopen, namelijk de Vereniging tegen de Kwakzalverij en Vereniging Skepsis. En die denken een mooie stunt gevonden te hebben om te bewijzen dat homeopathie niet werkt: op 5 februari  gaan ze op de Dam een LITER van een homeopathisch middel opdrinken. Met de gedachte, dat dit HEEL veel van een homeopathisch middel is. Ik moet ze teleurstellen. Ze kunnen net zo goed een klein slokje nemen. Dat heeft hetzelfde effect. Als ze WEL effect willen zien, dan zullen ze dagelijks een klein slokje moeten nemen. En dan nog werkt het alleen, als het middel ook bij die persoon past, een homeopathisch geneesmiddel wordt bij de individuele patiënt gekozen. Geef je het foute middel, dan gebeurt er niets. Helaas. 

We kunnen natuurlijk wel zoeken naar een homeopathisch middel dat deze mensen zou kunnen helpen. Want wat voor type mensen zijn het? In een krant werden ze omschreven als “Grumpy old men”. Ook worden ze wel gezien als mensen met een beperkte visie: als zíj zich iets niet kunnen voorstellen, dan kan het niet bestaan. En dan mag het niet bestaan. Een soort inquisitie, die ook Galileo op de brandstapel wenste te krijgen. Of mensen die teleurgesteld zijn in hun eigen mogelijkheden. En zich er niet meer op richten een positieve bijdrage te leveren aan de maatschappij door hun eigen vak te verbeteren. In plaats daarvan richten zij  hun (negatieve) energie op het kapotmaken van een ander vak en daarmee onthouden  zij hun eigen -ongeneeslijke- patiënten hulp die wellicht wel kan genezen. Een conventionele hobby ten koste van anderen.

Er is een homeopathisch geneesmiddel, dat wellicht uitkomst kan bieden voor deze mensen, zodat ze met een optimistische en blije blik de wereld kunnen gaan inkijken. Ik stel voor dat Mercurius C 200 ingenomen wordt, niet in één keer een hele liter, maar gewoon, elke dag een slokje. Als ze echt niet in homeopathie geloven, dan kunnen ze ook déze variant van de “goeie grap” kiezen. Ik verstrek ze gratis het homeopathische middel. Sommige van de actievoerders kunnen hier baat bij hebben. Ze hoeven natuurlijk niet te zeggen dat het middel geholpen heeft. Zo snijdt het mes aan twee kanten: ze hebben hun actie gehad én er zijn weer wat mensen genezen. Iedereen blij. 

 Liesbeth Ellinger, dierenarts,  Apeldoorn