Als pup was Harald een enorme schrokop, at alles, zelfs stenen. Hij spuugde vaak gal en ook wel steentjes.

Op 5 maanden begon hij ook voer te braken, vaak kwam het er ’s avonds onverteerd uit.


Tijdens de vakantie een half jaar geleden krijgt Harald bloederige diarree. Ook braakt hij regelmatig, dat ziet eruit als koffiedik. Na het braken valt hij bijna flauw van de pijn!

Hij wordt nagekeken op de faculteit diergeneeskunde, waar men vermoedt, dat hij een maagzweer heeft, en mogelijk ook een dunnedarmzweer.

Op de medicijnen die hij krijgt ( Zitac, Primperan, Ulcogant) knapt hij op, maar zodra de eigenaar stopt met ze te geven, krijgt hij zijn oude klachten weer terug.


Tijdens het consult blijkt, dat Harald nog steeds af en toe steentjes eet, ook is hij dol op rauwkost. Zijn voer krijgt hij geweekt want dan eet hij wat rustiger.

Bij navraag naar zijn gedrag blijkt, dat hij veel liever met teefjes speelt dan met reuen. Hij luistert wel goed naar de eigenaar maar hij heeft veel duidelijkheid nodig anders gaat hij de baas spelen. Kinderen gedoogt hij maar als ze hem een paar keer geaaid hebben, blaft hij ze weg.


Op basis van deze symptomen krijgt de hond Lycopodium 30K, één maal daags gedurende een week.

Na een week belt de eigenaar op. Harald is vanaf de vierde dag na inname veel ondeugender en speelser geworden! Hij loopt veel soepeler, eigenlijk liep hij erg verkrampt merkt de eigenaar nu. Zijn ontlasting is perfect, hij eet geen steentjes meer en spuugt niet meer.

Hij kijkt veel helderder uit zijn ogen, zijn vacht glanst weer en hij heeft weer meer belangstelling voor andere honden.

We spreken af, dat we verder geen middel meer geven, en dat de eigenaar het middel herhaalt als de symptomen terugkomen.