Gert heeft darmklachten, last van lever, maag en gal, en hij is erg moe. Vroeger had hij een spastische darm en verdroeg hij geen vlees en melk. Hij heeft veel buikpijn. Die lijkt ook op spanning te reageren, zoals de spanning op zijn werk. Zijn eetlust is goed, hij is dol op zoet en op ijs. Veel dingen verdraagt hij niet goed, zoals vlees, melk en sinaasappels. Hij heeft veel last van gerommel in zijn buik, heeft snel een opgeblazen gevoel, is winderig en heeft snel diarree, soms met slijm.

De buikklachten begonnen rond zijn dertiende. Zijn moeder was “overspannen en overbezorgd”. Hij had veel ruzie met haar. Zijn vader was weinig thuis. Hij voelde zich gesmoord.

Als de structuur wegvalt, heeft hij nergens zin in en wordt hij moe en somber. Een week voor de vakantie bijvoorbeeld loopt de spanning vaak bij hem op. Hij kan dan ook geïrriteerd zijn. Het begin van een vakantie is eng. Hij is sowieso angstig: voor de toekomst, voor de dood en voor ziekten (kanker!). Ook is hij bang om de controle te verliezen. Hij heeft een hekel aan veel mensen en checkt altijd de nooduitgang.

Gert omschrijft zichzelf als meelevend. Zo kan hij gaan huilen als anderen huilen.

Hij heeft nog diverse andere klachten, zoals rugklachten en slapeloosheid.

Hij krijgt Argentum nitricum 200K. Na de inname komt er een rust over Gert, hij wordt blijer en ontspant zich meer. Na vier dagen is de buikpijn over en wordt zijn ontlasting normaal. Na een week neemt zijn energie toe. Geleidelijk voelt hij zich beter worden.

Na twee weken voelt hij zich wat minder en neemt hij opnieuw een korrel. Weer reageert hij hier goed op. Sindsdien neemt hij het geneesmiddel zodra hij dreigt terug te vallen.

Heel af en toe komt hij op consult. Nu, ruim 3 jaar later, gaat het goed met hem. Hij is opgebloeid: hij voelt zich op alle vlakken verbeterd. Af en toe neemt hij het geneesmiddel nog in, inmiddels in een hogere potentie (50MK). Gert heeft al lang geen last meer van zijn darmen.